Nog even over die schimmels van vorige keer en de mycotoxinen (gifstoffen) die ze vormen. Ik schreef toen dat ze vooral effect hebben op de gezondheid van mens en dier op de langere termijn.
Maar als je daar in korte tijd veel van binnen krijgt dan heeft dat sowieso gevolgen voor je gezondheid. Door de wettelijke normen die gelden voor mycotoxinen in producten komt dat haast niet meer voor. Maar vroeger gebeurde dat regelmatig.
Schilder Jeroen Bosch
Dat schoot me te binnen toen ik hoorde dat Den Bosch het 500e sterfjaar van Jeroen Bosch viert. Eén van de beroemde Nederlandse middeleeuwse schilders; geboren, getogen en overleden in Den Bosch.
Hij schilderde vreemde wezens en monsters (zie afbeelding 1). Het was en is onduidelijk wat hij hiermee bedoelde.
Leed Jeroen Bosch aan ergotisme?
Maar wellicht leed hij aan ergotisme. Een ziekte die veel voorkwam in die tijd. De oorzaak van deze ziekte was het gif van de schimmel Claviceps purpurea. Ook wel moederkoorn genoemd.
Deze schimmel groeit op rogge-aren onder vochtige omstandigheden. Ze zien eruit als vergrote donkere roggekorrels (zie afbeelding 2).
Vergiftiging door besmette rogge
Door het eten van brood bereid met de besmette rogge, kregen mensen vroeger in korte tijd teveel van het mycotoxine binnen met vergiftigingsverschijnselen tot gevolg.
Het toxine (ook wel ergot alkaloïden genoemd) leidt tot vernauwing van de bloedvaten.
De vergiftiging begint met een brandend gevoel in armen en benen gevolgd door jeukende voeten en hevige krampen. Uiteindelijk kunnen ledematen afsterven.
Ook veroorzaakt het mycotoxine hallucinaties. Wellicht is dat de reden van Jeroen Bosch zijn, toch wel wat, absurd aandoende schilderijen.
Tijdgenoot Pieter Bruegel
Pieter Bruegel, een schilder uit ongeveer dezelfde periode als Jeroen Bosch, schilderde meerdere schilderijen met afbeeldingen van mensen waarvan een of meerdere ledematen ontbraken (zie afbeelding 3). Of waarop het leek alsof mensen behekst waren. Maar zij leden allen – hoogstwaarschijnlijk – aan ergotisme.
Sint Antoniusvuur, kriebelziekte & LSD
Ergotisme kent verschillende namen. Het werd ook wel Sint Antoniusvuur of kriebelziekte genoemd. Het toxine van Claviceps purpurea lag ook aan de basis van de drug LSD.
Rond 1930 voerde Albert Hoffman onderzoek uit naar medische toepassingen met als basis de ergot alkaloïden van de schimmel. Hij synthetiseerde daarmee LSD. Er leken weinig medische toepassingen te zijn. De enige waarneming was dat “the experimental animals became restless during the narcosis”.
Enkele jaren later experimenteerde hij opnieuw met de stof LSD en nam het zelf in. Hij noteerde de volgende waarneming:
“The dizziness and sensation of fainting became so strong at times that I could no longer hold myself erect, and had to lie down on a sofa. My surroundings had now transformed themselves in more terrifying ways. Everything in the room spun around, and the familiar objects and pieces of furniture assumed grotesque, threatening forms. They were in continuous motion, animated, as if driven by an inner restlessness. The lady next door, whom I scarcely recognized, brought me milk – in the course of the evening I drank more than two liters. She was no longer Mrs. R., but rather a malevolent, insidious witch with a colored mask.“